De grot herbergt een rijke en gevarieerde fauna.
Deze is echter erg discreet. Het is daarom belangrijk om zeer attent te zijn en hierdoor de kans te hebben om ze te ontdekken.
Vleermuizen zijn de bekendste vertegenwoordigers. Zodra het koude seizoen aanbreekt, zoeken ze hun toevlucht in ondergrondse omgevingen.
Deze brengen inderdaad alle voorwaarden samen die nodig zijn voor een goede winterslaap:
✔ Constante en lage temperatuur (10 °)
✔ Hoge luchtvochtigheid (+/- 80%)
✔ Absoluut kalm
Er is een hele reeks acties ondernomen om het ecologische beheer van de plek te waarborgen.
Dankzij dit beleid kreeg de plek de classificatie als een ondergrondse holte van wetenschappelijk belang (2001) en verwelkomt het een steeds groter wordende populatie vleermuizen.
Andere dieren vestigden zich in deze periode ook in de grot. Dit is met name het geval voor bepaalde motten.
De winter is niet het enige seizoen voor de komst van insecten. Veel fryganen komen tijdens de heetste tijden van het jaar.
De komst van al deze insecten zal bepaalde soorten spinnen aantrekken die er ook voor hebben gekozen om een ondergronds leven te leiden.
Om deze voedselbron te vangen, zullen ze hun web parallel aan de muren weven.
Aan het plafond is het soms mogelijk om hun cocons te observeren in de vorm van kleine witte balletjes.
Het water in de grot herbergt ook veel levende wezens.
De meest voorkomende is niphargus. Deze kleine kreeft is volledig aangepast aan het ondergrondse leven. Hij heeft geen ogen en is volledig gedepigmenteerd.
Door zijn zeer trage stofwisseling kan hij lange tijd nemen. Dit geeft het een veel langer leven dan dat van riviergarnalen (4 tot 6 jaar langer).
In totaal hebben wetenschappers in de grot meer dan 80 soorten ongewervelde dieren geteld.
De mogelijkheid om nieuwe te ontdekken is niet uitgesloten.