1900 : Ontdekking van de grot
Het baasje was niet in staat om zijn hond in zijn ééntje uit de slechte houding te halen waarin deze lag en vertrekt om hulp te zoeken in het dorp.
Onder leiding van Mr. Dubuisson, politiecommissaris, helpen verschillende arbeiders een van hen naar de bodem van het gat af te dalen waar de hond viel. Door het schemerige daglicht dat er in het gat schijnt, had de geïmproviseerde redder veel moeite om de roekeloze hond te vinden.
Het verhaal circuleert en trekt de aandacht van een groep wetenschappers die door België dwalen op zoek naar ondergrondse holtes.
23 mei 1902 : Eerste officiële verkenning
Ernest Van den Broeck (grondwaterspecialist), Edmond Rahir (geoloog) en Edouard Martel (Franse ontdekkingsreiziger) zijn pioniers op het gebied van speleologie. Onder begeleiding van meneer Collard, een Comblennois, dalen ze af met een touwladder om de plaats te ontdekken.
Na het verwijderen van de puinhoop (boomstammen, karkassen van dieren) die een eerste en vervolgens een tweede doorgang blokkeren, ontdekken ze twee zalen (Silver & Mammoeten).
Deze verkenning is uitgeschreven in het boek Les cavernes et les rivières souterraines de la Belgique dat in 1910 werd gepubliceerd.
1907 – 1925 : Verkenning door Chercheurs de Wallonie
In 1907 bezochten verschillende speleologen van de Chercheurs de la Wallonie de Grot en beperkten zich tot de eerder bezochte kamers. De expeditie van 3 mei 1908 bracht de opzoeking niet verder.
Het duurde tot 1925 voordat de verkenningen werden voortgezet. Op 14 mei worden twee nieuwe zalen (Kabouters & Kerkstal) ontdekt. Op 19 juli maken vier zalen (Echoes, Kathedraal, Wolven & Waterval) de lijst compleet.
1929 – 1971 : Eerste toeristische opening
Van 1925 tot 1929 werkt de heer Auguste Bry (voorlaatste op de foto) eraan om de grot voor toeristen open te stellen.
Hij verbreedt bepaalde passages en plaatst trappen en looppaden.
Het grootste deel van het werk blijft het boren van de kunstmatige ingang en het vrijmaken van de doorgang naar de laatste drie zalen (Prachtig, Klein meertje & Mondmilch).
Op 15 augustus 1929 opende de Grot eindelijk zijn deuren voor het publiek.
1971-1990 : Donkere periode
Eind 1971, bij het overlijden van de heer Lucien Bry (zoon van Augustin), brak er een donkere periode voor de grot aan.
De exploitant van de Grot van Remouchamps claimt namelijk het eigendoms recht van de plek, in het nadeel van de juridische erfgenamen. In 1975 gaf een rechterlijke uitspraak hem volledige bevoegdheden. Het bezoek werd schaars en eindigde definitief in 1982. De site werd verlaten en viel ten prooi aan vandalen.
De verkoop van 1988 aan de heer Michel Guillaume verandert niets aan de situatie.
Het duurde tot 1990 en de overname door de gemeente Comblain-au-Pont om deze donkere pagina te sluiten.
1990 tot heden : Het Renewal – Eco-toerism
In april 1994, na een renovatie gaat de grot weer open voor het publiek. De vzw Les Découvertes de Comblain zorgt voor een milieuverantwoord beheer van de plek.
Tegelijkertijd voert de Groupe de Recherches Spéléologiques de Comblain-au-Pont (GRSC) nieuwe onderzoeken uit. Hun werk in de Mammoeten Zaal biedt toegang tot drie waterbassins. Dit gebied wordt genoemd Trou des barbus (Baardgat), is gevaarlijk en daarom niet toegankelijk voor het publiek.